Zo houd je je racefiets in topconditie

Een goed onderhouden racefiets fietst beter én gaat langer mee

Een goed onderhouden racefiets fietst niet alleen fijner, maar gaat ook veel langer mee. Met een paar eenvoudige gewoontes houd je alles soepel draaiend en voorkom je onnodige slijtage.

Hoe vaak schoonmaken?

Hoe vaker je fietst, hoe vaker je de fiets even moet schoonmaken.

Na ongeveer 100 km in droog weer:
Een snelle poetsbeurt is voldoende. Neem de ketting af met een pluisvrije doek, verwijder overtollig vet en breng daarna een dunne laag verse kettingolie aan.

Na een rit in de regen:
Spoel het ergste vuil weg met water, gebruik fietsshampoo om de fiets goed schoon te maken en spoel daarna alles af met schoon water. Droog de fiets met een zachte doek en gebruik eventueel een compressor om water uit lastige hoeken te blazen. Maak de ketting droog met een pluisvrije doek en smeer deze opnieuw in.

Na ongeveer 300 km (grote schoonmaak):
Spoel het grove vuil weg en ontvet de ketting en cassette. Let erop dat het ontvettingsmiddel niet in de body, trapas of andere lagers terechtkomt, omdat het daar het vet kan aantasten. Spoel de fiets vervolgens goed af, was het frame en de onderdelen met een washandschoen of spons en fietsshampoo, spoel opnieuw met schoon water en droog alles zorgvuldig. Gebruik eventueel een compressor voor de afwerking. Smeer de ketting daarna opnieuw in.

Na een rit in de winter, met zout op de weg:
Spoel direct na de rit alle draaiende delen grondig af om roestvorming door zout te voorkomen. Droog de fiets goed af en vet de ketting opnieuw in. Draai de volgende dag nog even kort aan de wielen en het crankstel om vocht te laten verdampen en breng eventueel opnieuw een dun laagje olie aan op de ketting.

Waarom dit belangrijk is

Een schone en goed gesmeerde ketting loopt stiller, schakelt beter en slijt minder snel. Ook de cassette, tandwielen en derailleur blijven zo in goede conditie. Bovendien fietst een schone fiets gewoon lekkerder – dat merk je bij elke rit.